Dertien

Toen Elke dertien was begon haar rug op een dag vreemde geluiden te maken. Wanneer ze buikspieroefeneningen deden aan het sportraam, leek haar rug wel een trein. Voeten naar de handen, tok tok tok naar beneden. Voeten naar de handen, tok tok tok naar beneden. En zo twintig keer per training. Nadien cirkels draaien met de voeten langs de handen: langs opzij naar boven, tok tok tok naar beneden. Vijf keer de ene kant op en vijf keer de andere kant op. Met beenzwaaien op de grond hetzelfde verhaal, twintig keer elke been omhoog en tok tok tok naar omlaag.
Ze had er wel eens iets van gezegd tegen haar trainer maar die zei enkele: “he, ja”. Pijn deed dat getok eigenlijk niet maar Elke werd er toch wat nerveus van. Ze kwam turnen om uit te razen niet om te tok tok-tellen maar Elke dacht dat het de leeftijd was. Een jaar tok tok-tellen kon ze wel volhouden. Alles zou wel verdwijnen wanneer ze veertien werd.
Wanneer ze veertien werd zou ze ook wel weer in dezelfde klas als haar tweelingzus mogen. Zonder haar was een klaslokaal een nog vreemdere plek vol gekwetter en gekwaak waar Elke niet wijs uit geraakte. Dat ze van haar zus gescheiden werd, was haar eigen schuld, dacht Elke. Ze had immers niet haar best gedaan. Zoals zoveel dingen ging lesjes leren vanzelf. Elke deed dan ook niet bijzonder veel moeite om lesjes beter te leren. Bij zus ging het niet vanzelf, zij deed wél haar best en velen dachten dat het beter zou zijn voor zus wanneer Elke niet steeds bij haar in klas zou zitten. Zo geschiedde.
Anderhalf jaar weigerde ze te studeren in de tijd die was vrijgekomen nu ze vaker niet dan wel mocht turnen. Elke had wel een vriendin in de klas. Die zei dat alle anderen in hun klas stomme strevers waren. Elke zag dat ook met eigen ogen, haar medeleerlingen voerden absurde discussies met leerkrachten over halve puntjes die ze al dan niet verdiend zouden hebben. Ze schaamde zich voor hen. Elke weigerde te studeren maar eigenlijk wist ze ook niet hoe dat moest. Ze zat wel wat aan haar bureau, te kijken naar haar boeken maar wat ze er mee aanmoest was haar een raadsel. Tot dan toe had ze alles gewoon vanzelf onthouden. Hoe je iets dat je eigenlijk niet meer zo goed wist, toch weer moest gaan weten, dat wist ze niet. Gelukkig was er een leerkracht die vond dat het maar eens gedaan moest zijn met dat gemor. Ze verplichtte Elke om dezelfde toets telkens opnieuw te maken tot ze eindelijk een manier gevonden had om te studeren. Van dan af werd studeren een spelletje. Een spelletje waar Elke goed in was en waar ze eindelijk wel wat van haar tijd in wilde investeren.
Dat kwam goed uit want inmiddels was Elke vijftien geworden en haar veertiende levensjaar had niet gebracht wat ze verwachtte. Haar rug was nog niet beter. Integendeel. Bovendien deed de rest van haar lichaam ook al even niet meer wat Elke wilde. Het begon te groeien en te veranderen en daar was Elke tegen. De tijd was voor Elke altijd een rechte lijn in het onbekende geweest en plots werd die opgedeeld in periodes van 27 tot 31 dagen. Vreselijk vond ze het dat je op voorhand wist dat er over precies 27 dagen alweer meer van hetzelfde op je boterham kreeg.
Ze werkte hard in de turnzaal om opnieuw een degelijk niveau te halen maar haar lichaam wilde niet meer. Elke had nu bijna voortdurend rugpijn. De dokter zag het licht uit haar ogen verdwijnen en besloot dat hij nu eindelijk moest weten wat er aan de hand was met die rug. Hij had Elke tot dan toe gevolgd voor de andere gewrichten die het lieten afweten maar die rug had hij nooit echt grondig onderzocht. Daar zou verandering in komen. Elke onderging nogmaals een hele resem onderzoeken. Alles, tot en met de tumor in het ruggenmerg, moest uitgesloten worden. Elke vond het maar niets. Ze werd er enorm bang van dat gezoek. Ze stortte zich dus maar op studeren. Dat had ze namelijk net onder controle gekregen en ze merkte dat het best grappig was om woorden van leerkrachten zo te noteren en bestuderen dat je er een verhaaltje van kon maken dat eindeloos herverteld kon worden. Dit was opnieuw een leuk schooljaar. Elke kon opnieuw de ogen van haar zus zoeken in de klas en op haar oordeel vertrouwen over andere leerlingen en situaties in de klas.
Elke scheen een gebroken ruggenwervel te hebben. Niemand kon echt geloven dat ze daar nog tweeënhalf jaar mee verder geturnd had maar toch was het zo. Op oude X-rays kon je het eerste breukje zien als je wist waar je het moest gaan zoeken. Elke zou minstens een jaar een corset dragen. Het plan was dat haar wervel zo terug aan mekaar zou groeien. Dat corset belemmerde Elke behoorlijk. Ze kon niet zitten, gaan of staan hoe ze wilde en de rest van haar rug leek voortdurend in brand te staan. Elke had een tuinstoel in de klas. Als ze niet langer op haar stoel kon zitten, ging ze in de tuinstoel hangen en volgde van daaruit als een toerist de lessen. Dat alles hielp evenwel niet. Een goede acht maand later kon Elke plots heel even haar benen niet meer bewegen. Het was tijdens de turnles gek genoeg. Elke lag op de mattenberg te wachten tot haar klasgenoten hun uurtje lichaamsbeweging afgerond zouden hebben, toen ze merkte dat haar benen niet meer deden wat ze wou. Ze sloeg behoorlijk in paniek. De dokter werd onmiddellijk ingelicht en Elke moest meteen naar het ziekenhuis voor onderzoeken. De dokter besliste dat hij die ruggenwervel met pinnen zou herstellen. Tot de dag van de operatie moest Elke liggen. Naar school mocht ze niet meer. Zonder school leek de tijd afschuwelijk traag vooruit te gaan. Op school ging de bel om de 50 minuten maar thuis was er zo geen baken dat met een gong de garantie bood dat de tijd vooruit gegaan was.