top of page

werkstudies...


Net als op school, wist Elke eigenlijk niet wat ze verder wilde met haar leven. Wilde ze dokter worden, of leerkracht? Loodgieter, bankbediende, verzekeringsagent, advocaat? De hele toekomst was een zwart gat van onduidelijkheid waar Elke niet over kon nadenken.

Ze wist wat dokters zoal deden, dus deed ze maar mee aan het ingangsexamen voor geneeskunde. Aangezien ze eigenlijk nooit echt veel enthousiasme had kunnen opbrengen voor biologie en chemie, slaagde ze gelukkig net niet voor de portie wetenschappen op het ingangsexamen.

Elke wist ook wat leerkrachten deden: mama was leerkracht en ze had de school nog maar net verlaten. Aangezien Elke een goede techniek ontwikkeld had om geschiedenis te leren, ging ze dan maar geschiedenis studeren. Gelukkig was er niet ver van huis een heel klein universiteitje waar Elke zich wel welkom voelde. Bovendien kon je er geschiedenis én filosofie studeren, daar kon Elke studeertechniek en overmatig denkvermogen over behoorlijk vreemde dingen combineren. Elke doorliep voor de buitenwereld met de vingers in de neus de opleiding geschiedenis. Omdat ze nog steeds niet wist wat ze wilde met haar leven en toch makkelijk studeerde, breidde ze er dan nog een licentie filosofie en lerarenopleiding aan. Na zes jaar academische afleiding, drong dezelfde vraag zich op: Wat wil je met je leven?


Elke had nu wel al weer andere beroepen gezien: professor, bibliothecaris, archivaris, gids maar bij geen van hen kon ze zich echt voorstellen wat je er deed. Ze wist nog steeds wat leerkrachten deden en per ongeluk werd ze er één. Niet dat ze dat echt wilde maar ze wist ook niet wat wel. Na een tijdje werd duidelijk dat er voor Elke een fundamenteel probleem was met leerkracht zijn: leerlingen.



Schijnbaar uit het niets kwam een werkaanbieding aanvliegen op de vrachtluchthaven. Als Alice kwam Elke in een wonderland terecht. Ze had wel vliegtuigen gezien natuurlijk maar er nooit bij stilgestaan dat daar ook iets anders inzat dan passagiers en hun baggage. Na een moeilijke aanpassingsperiode waarin Elke zich aanvroeg waar ze in godsnaam mee bezig was, begon Elke zich beter en beter te voelen in haar job. Elke dag had een duidelijk begin en einde en dat leek Elke geweldig te vinden. Plots leken ook haar talenknobbel en no nonsense-aanpak te lonen. Alsof het niets was kabbelden er meer dan vier jaar voorbij, er waren wel wat problemen met een collega maar er waren andere collega’s om dat te compenseren. Plots bleken Elkes bazen echter ook mensen te zijn. Mensen die leefden, een familie hadden en ruzie maakten. Elke kon niet blijven waar ze was en moest op zoek naar ander werk en andere collega’s.


Nieuwe collega’s zijn eigenaardig. Ze maken andere geluiden,ruiken anders en zeggen weer nieuwe dingen die je moet leren begrijpen.


Nu was het met collega’s niet heel erg anders dan met andere mensen maar collega’s zie je 8u per dag en heb je meestal niet zelf gekozen. Je kan er ook niet zomaar van wegvluchten want werken moet je nu eenmaal.


Elke collega was voor Elke een prikkelfabriek. Een eiland collega’s werd al gauw een druk industriegebied aan prikkels. De ene collega knabbelt op een koekje, de andere slurpt, ruikt naar soep, klikt met zijn balpen, wiebelt met zijn voet, tikt met zijn vinger, gooit banaan in een vuilbak en allemaal tegelijk telefoneren ze, tokkelen ze op hun toetsenbord, zetten ze stempels en sturen ze luidruchtige printers aan. Buiten denderen dan nog vliegtuigen, heftrucks, vrachtwagens en karretjes voorbij. Soms werd Elke er zo moe van dat ze nauwelijks aan echt werken toekwam. Dat frustreerde haar mateloos.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page